'NEE, GEK HE?'

Buddy Tegenbosch


'Nee, gek he?'

‘Moe?’ vroeg ik voor de zoveelste keer.
‘Nee, gek hè?’ antwoordde mijn vader terwijl we langs de oever van de Charles River kuierden. Over veertig minuten zou de taxi ons terug naar Logan Airport brengen. Onze 24 uur in Boston zat er bijna op. 24 drukke uren, maar mijn vader leek niet kapot te krijgen.

Om kwart voor vijf in de ochtend reed ik bij mijn ouders de straat in. Mijn vader stond klaar. Al een hele tijd zo te zien. Op mijn vraag hoe hij die nacht geslapen had, kreeg ik een vaag antwoord (en de indruk dat het eerder om minuten, dan om uren ging).
We reden naar Frankfurt en kletsen drie uur aan een stuk, auto-quality-time.
Tijdens de vlucht naar Boston zat hij langer in de cockpit dan op zijn stoel in de cabine.
‘Moe?’ vroeg ik, toen we in de bus naar het hotel zaten.
‘Nee, gek hè?’ antwoordde hij. Hij had wat zitten lezen in het vliegtuig en hij was zelfs ‘even weggedoezeld’.
We gaven onszelf een kwartier om op te frissen en om vier uur Bostontijd, tien uur ’s avonds in Nederland, wandelden we richting TD-Garden, stadion van de Boston Bruins. IJshockey! Jawel! Omdat de wedstrijd pas om zeven uur zou beginnen, namen we eerst een burger en een Budweiser of twee, drie in de sportsbar om de hoek. Het was inmiddels middernacht in Nederland.
‘Moe?’ vroeg ik.
‘Nee, gek hè?’ antwoordde hij.
Daar dronken we op.
De volksliederen (a-capella), de wedstrijd (3-1), de sfeer (‘Let’s go Bruins!’).

‘Mooi, hè,’ zeiden we tegen elkaar.
Om half twaalf lagen we in bed, in Nederland was de nacht bijna voorbij.
 

De volgende ochtend waren we vroeg wakker. We dronken bij Starbucks, aten bij Boston Common Coffee, deden een busboot-tour door de stad, gingen de Prudential Building op, wandelden langs de Charles River en moesten ons haasten om op tijd terug bij het hotel te zijn.
De terugvlucht was mijn vader het liefst de hele tijd in de cockpit blijven zitten, ook al was er niks te zien omdat we in het holst van de nacht boven de Atlantische Oceaan vlogen.
Op de terugweg in de auto lieten we de reis nog eens aan ons voorbij gaan, en thuis bij mijn moeder beleefden we alles voor de derde keer door haar te vertellen hoe geweldig het geweest was.
‘Moe?’ vroeg ik, toen ik opstond om eindelijk naar huis te gaan. Ik was kapot.
‘Nee, gek hè?’ antwoordde mijn vader.

 

De volgende ochtend om elf uur kreeg ik een sms’je van mijn moeder. Mijn vader was zojuist opgestaan. Hij was de vorige dag om drie uur ’s middags naar bed gegaan.


GEPLAATST: 2013-11-12 | RUBRIEK: BLOG